Samenvatting en duiding

Met het programma Erkennen & Waarderen werken Nederlandse universiteiten, universitair medische centra, onderzoeksinstituten en wetenschapsfinanciers vanaf 2020 samen aan een cultuurverandering om meer ruimte te creëren voor verschillende talenten van wetenschappers. Veel wetenschappers ervaren een eenzijdige nadruk op (kwantitatieve) onderzoeksprestaties, waardoor werkzaamheden in andere domeinen regelmatig onvoldoende waardering krijgen. Als Nederlandse kennisinstellingen vinden wij het belangrijk dat wetenschappers naast onderzoek zich ook kunnen onderscheiden binnen de domeinen onderwijs, impact, leiderschap en patiëntenzorg. Tegelijk hechten wij eraan dat de focus meer op de kwaliteit van het wetenschappelijk werk komt te liggen.

In januari 2024 is de Erkennen & Waarderen cultuurbarometer uitgezet onder wetenschappers om inzichtelijk te maken of de ambities van het programma Erkennen & Waarderen en bijbehorend gedrag op de werkvloer worden herkend, ervaren en gedeeld. Daarnaast willen we met deze vragenlijst in beeld brengen in hoeverre de beoogde cultuurverandering vordert. De inzichten die de vragenlijst oplevert kunnen we namelijk gebruiken om onze veranderaanpak waar nodig bij te sturen. De vragenlijst is verstuurd naar ruim 65.000 wetenschappers van 26 verschillende instellingen, namelijk universiteiten, umc’s en onderzoeksinstituten. Een groep van bijna achtduizend respondenten heeft de vragenlijst volledig afgerond en is meegenomen in de resultaten. Dit is een responspercentage van 12,1%. In deze bijdrage geven we een samenvatting van de belangrijkste bevindingen en duiden we deze.

Ben je benieuwd naar het volledige rapport van Berenschot met de resultaten van de Erkennen & Waarderen cultuurbarometer? Klik dan hier.

Uit de Erkennen & Waarderen cultuurbarometer blijkt dat bijna de helft van de respondenten bekend is met het programma Erkennen & Waarderen. Alleen wetenschappers in de disciplines techniek en gezondheid zijn duidelijk minder bekend met het programma dan hun collega’s in andere disciplines. De bekendheid verschilt overigens ook per functiegroep. Het valt op dat promovendi, medisch specialisten, onderzoekers en in mindere mate docenten het programma niet of nauwelijks kennen.

Deze resultaten laten zien dat we bepaalde groepen belanghebbenden nog onvoldoende weten te bereiken. In dat opzicht is er dus zeker werk aan de winkel. Wij vinden het belangrijk om actief met deze doelgroepen in gesprek te gaan. Om die reden zijn in 2023 bijvoorbeeld vertegenwoordigers van Promovendi Netwerk Nederland (PNN) en PostdocNL en een early career wetenschapper met onderwijstalent vanuit het ComeniusNetwerk toegevoegd aan de landelijke Erkennen & Waarderen regiegroep. Ook bij andere landelijke activiteiten proberen we deze doelgroepen actief een podium te geven. We zullen de komende tijd bespreken hoe we de genoemde doelgroepen zowel op landelijk niveau als binnen de verschillende instellingen meer bij het programma Erkennen & Waarderen kunnen betrekken.

We zien dat de verschillende ambities uit het programma breed worden gedragen. Daarbij geven respondenten aan dat zij vooral waarde hechten aan het diversifiëren van de loopbaanpaden en de focus op kwaliteit. Die voorkeur is wat ons betreft verklaarbaar: deze twee speerpunten brengen we het vaakst voor het voetlicht, zijn het meest concreet en hebben direct gevolgen voor de individuele wetenschapper. Wij vinden deze steun voor het programma zeer bemoedigend. Het laat zien dat wetenschappers oprecht hopen op een verandering in de wetenschap. Verder is het positief dat bijna de helft van de respondenten verwacht door de implementatie van het programma meer werkplezier en minder frustratie en ergernis te ervaren dan voorheen. Daarnaast verwacht ruim de helft van de respondenten meer dan voorheen fundamentele keuzes te kunnen maken die passen bij hun voorkeuren, talenten en levensfase. Ook verwacht een groot deel van de respondenten dat de kwaliteit van hun werk breder dan voorheen wordt gewaardeerd. Deze uitgesproken hoop ondersteunt ons om verder te werken aan het programma Erkennen & Waarderen. Uiteraard blijven we daarbij ook de geuite zorgen serieus nemen.

Over het algemeen voelen wetenschappers zich erkend en gewaardeerd voor de werkzaamheden die zij verrichten. Het valt op dat dit vooral geldt voor hoogleraren, medisch-specialisten en promovendi. Tegelijk is een kwart van de respondenten juist van mening dat zij geen of onvoldoende erkenning en waardering ontvangen. Wat ons betreft is dat ook een duidelijk signaal van het belang van ons programma. Respondenten geven aan dat de erkenning en waardering die zij ontvangen vooral voortkomt uit de steun van collega’s en leidinggevenden. Daarnaast blijken een vast contract, het functieniveau en een goed team belangrijke factoren te zijn die bijdragen aan het gevoel van erkenning en waardering. Omgekeerd geven respondenten die zich niet erkend en gewaardeerd voelen aan dat dit ligt aan de hiërarchische werkcultuur, de hoge werkdruk, de beperkte doorgroeimogelijkheden en een gebrek aan salarisverhogingen. Het eerlijke verhaal is dat Erkennen & Waarderen geen totaaloplossing biedt voor al deze factoren. Binnen het programma werken we aan een nieuwe balans in het erkennen en waarderen van wetenschappelijk werk, waarbij ieders talent ertoe doet. Waar mogelijk zoeken we aansluiting bij programma’s en thema’s die in meerdere of mindere mate raakvlakken hebben met Erkennen & Waarderen, zoals Open Science, diversiteit en inclusie, sociale veiligheid en wetenschappelijke integriteit.

Op het punt van het krijgen van erkenning en waardering is nog terrein te winnen. Een significant deel van de medewerkers geeft namelijk aan zich niet helemaal erkend en gewaardeerd te voelen. Daarbij valt op dat jongere én oudere academici zich in iets hogere mate erkend en gewaardeerd voelen dan de groep medewerkers tussen de 30 en 49 jaar oud. Deze bevindingen nemen we zeer serieus. We verkennen graag in dialoog hoe we met onze instellingen meer erkenning en waardering kunnen geven aan het werk van onze docenten, onderzoekers, universitair docenten en universitair hoofddocenten. Mogelijk verdient de groep van universitair docenten tussen de 40 en 55 jaar extra aandacht. Zij voelen zich vaker minder erkend en gewaardeerd dan hun jongere én oudere collega-universitair docenten.

Het merendeel van de respondenten geeft aan nog geen of weinig verandering te ervaren als gevolg van het programma Erkennen & Waarderen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige, systemische en culturele veranderingen. Respondenten zien momenteel vooral beleidsmatige veranderingen en duiden deze veelal positief. Uiteraard is het heel jammer dat de systemische en culturele veranderingen op dit ogenblik nog nauwelijks zichtbaar zijn. Tegelijkertijd is het wel verklaarbaar. Bij de opzet van het programma Erkennen & Waarderen hebben we bewust gekozen voor een veranderaanpak die zich eerst richtte op het vertalen van de position paper Ruimte voor ieders talent naar de context van de eigen instelling. Bij dit proces zijn wetenschappers actief betrokken geweest. Vrijwel tegelijkertijd zijn we gestart met het vergroten van het voorstellingsvermogen in alle organisaties. Immers, als we ons te vroeg en zonder heldere visie hadden gericht op het ontwikkelen van nieuwe beoordelingscriteria, dan liepen we het risico dat we wel de spelregels veranderen, maar niet het spel. Bovendien zou het gedrag dat de te hoge werkdruk, de ervaren disbalans en het onbenut laten van talent creëert, dan niet wezenlijk veranderen.

De instellingen vertalen nu hun Erkennen & Waarderen visie in aanpassingen van beleid (zoals loopbaanbeleid, beoordelingsbeleid, jaargesprekken, werving en selectie en strategie) en het systeem (zoals organisatiestructuur en samenstelling van commissies). Daarbij hanteren ze de in 2023 gepubliceerde routekaart Ruimte voor ieders talent in de praktijk als uitgangspunt. De acties in de routekaart zullen het nieuwe gedrag verder richting geven en bekrachtigen. We zien dat een groep wetenschappers hier al een enigszins positieve verandering in ervaart. Tegelijkertijd werken we aan een cultuurverandering, waarbij we veel waarde hechten aan samenwerking in teams, de focus meer richten op de kwaliteit van wetenschappelijk werk, er ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling en er sprake is van goed leiderschap. Dat is uitdagend, boeiend en belangrijk, maar allesbehalve eenvoudig. Een cultuurverandering vergt nu eenmaal tijd en geduld. Hoe dan ook, Erkennen & Waarderen raakt het hart van de wetenschap op meerdere thema’s.

Een paradigmaverschuiving als deze vindt alleen plaats als ook de dagelijkse gesprekken over deze thema’s veranderen. Als we het echt op een andere manier met elkaar hebben over onderzoek, onderwijs, talentontwikkeling en leiderschap. Zulke veranderingen vergen tijd. De resultaten van de Erkennen & Waarderen cultuurbarometer laten duidelijk zien dat de mindset aan het veranderen is. Dit is echter nog niet duidelijk merkbaar voor alle wetenschappers. Daarbij is het aan het landelijke programma en de afzonderlijke instellingen om concrete veranderingen door te voeren en zichtbaar te maken. Ook is het belangrijk om binnen de instellingen hierover de dialoog te blijven voeren en wetenschappers uit alle functiegroepen hierbij te betrekken. Want we zien dat een grote groep wetenschappers zelden of nooit met collega’s spreekt over het programma Erkennen & Waarderen.

Een ruime meerderheid van de respondenten geeft aan dat er bij het maken van werkafspraken rekening wordt gehouden met de eigen ambities. Tegelijk is het opvallend dat bijna driekwart van de medewerkers ervaart op alle domeinen goed te moeten zijn. Dit illustreert wat ons betreft te meer de noodzaak van het realiseren van diversificatie en dynamisering in de loopbaanpaden. We willen met het programma immers juist voorkomen dat wetenschappers zogeheten ‘schapen met vijf poten’ zijn. Deze diversificatie dient wat ons betreft vervolgens ook in de wijze van beoordelen tot uitdrukking te komen. Verder zien we dat er onder wetenschappers steun is om activiteiten op het gebied van onderwijs, leiderschap, impact, patiëntenzorg, teamspirit, Open Science en Open Education belangrijker te maken dan nu het geval is. In deze resultaten zien we steun voor de doelen van het programma Erkennen & Waarderen. We gaan door met het ontwikkelen en implementeren van loopbaan- en ontwikkelpaden met profielen of accenten binnen onderzoek, onderwijs, impact, leiderschap en patiëntenzorg. Daarnaast willen we dit jaar, onder andere in het kader van de studieafspraak teamsamenwerking in de wetenschap in de cao Nederlandse universiteiten laten onderzoeken hoe je beoordeelt of iemand gericht is op samenwerking in een team. Dit levert hopelijk handvatten op om teamspirit meer gewicht te geven bij het oordelen over een loopbaanstap.

Over leiderschapsontwikkeling verschillen de ervaringen onder de respondenten. Bijna veertig procent van de respondenten vindt dat er voldoende aandacht is voor leiderschapsontwikkeling. Een derde van de respondenten is juist van mening dat voor dit thema onvoldoende aandacht bestaat. Meer dan de helft van de respondenten vindt dat persoonlijk leiderschap tonen wordt gestimuleerd en dat leidinggevenden aandacht hebben voor samenwerking in het team en de ontwikkeling van medewerkers. Voor ruim de helft van de respondenten geldt dat ze ervaren dat leidinggevenden onvoldoende tijd krijgen voor het uitoefenen van hun leidinggevende taken. In zowel de position paper als de routekaart pleiten we ervoor dat er op alle niveaus, van jonge tot gevestigde wetenschapper, aandacht is voor goed leiderschap. Dit betekent dat leidinggevenden voldoende tijd moeten krijgen voor het uitoefenen van hun leidinggevende taken. Daarnaast ontwikkelen instellingen trainingen op het gebied van leiderschap om medewerkers op verschillende niveaus met leiderschapscompetenties toe te rusten. De resultaten zijn voor ons een duidelijke aanmoediging om prioriteit te geven aan het thema leiderschap.

Uit de Erkennen & Waarderen cultuurbarometer blijkt dat veel wetenschappers zich zorgen maken over de effecten van het programma voor de eigen loopbaan. Bijna een derde van de respondenten vreest dat een keuze voor een bepaald profiel de mobiliteit beperkt, zowel binnen Nederland als naar het buitenland. Dat is een zorgelijk signaal. We blijven ons ervoor inzetten dat loopbaanpaden niet stoppen bij een bepaalde instelling. We werken landelijk samen om ervoor te zorgen dat wetenschappers die bij één universiteit kiezen voor een bepaalde focus of profiel kans maken om hun loopbaan elders te vervolgen. Bovendien grijpen we elke kans aan om ook internationaal in gesprek te gaan over Erkennen & Waarderen, academische loopbaanpaden en onderzoeksbeoordeling. Daarom zijn we vanuit Nederland actief betrokken bij de internationale Coalition for Advancing Research Assessment. We merken dat er steeds meer in beweging komt. Internationaal zetten steeds meer landen, instellingen en wetenschapsfinanciers gelijksoortige veranderingen in gang.

Verder valt het op dat een kleine veertig procent van de respondenten bang is dat de kwaliteit van onderwijs en onderzoek afneemt als gevolg van het programma Erkennen & Waarderen. Eveneens bijna veertig procent is bang dat Erkennen & Waarderen eraan bijdraagt dat een wetenschapper een ‘schaap met vijf poten’ moet zijn. Ten slotte bestaat bij de helft van de respondenten de vrees dat de ambities van Erkennen & Waarderen uiteindelijk niet gerealiseerd gaan worden in de praktijk. Daarbij valt op dat vooral medewerkers die halverwege hun loopbaan zijn – veelal in de leeftijd tussen de 30 en 50 jaar en behorend tot de functiegroepen universitair (hoofd)docent, onderzoekers en docenten – zich meer zorgen maken dan hun collega’s in andere functiegroepen. We hopen dat de loopbaanpaden die de instellingen momenteel aan het implementeren zijn of binnenkort gaan implementeren, eraan bijdragen dat wetenschappers meer ruimte ervaren voor het maken van eigen keuzes.

Uit de resultaten van de Erkennen & Waarderen cultuurbarometer concluderen we dat er veel steun is voor de ambities van het Erkennen & Waarderen programma. Wetenschappers in Nederland willen dat er in de wetenschap ruimte komt voor ieders talent. Tegelijk zien we dat er nog veel werk moet worden verzet om dit ideaal te bereiken, veel wetenschappers ervaren immers nog weinig van de veranderingen die al zijn ingezet. Gedurende de verdere looptijd van het programma willen we wetenschappers nog explicieter betrekken bij het realiseren van de ambities. Daarnaast gaan we aan de hand van de routekaart actief en concreet aan de slag met het uitvoeren van een reeks acties, zodat wetenschappers fundamentele keuzes kunnen maken die passen bij hun voorkeuren, talenten en levensfase. Hierbij streven we ernaar dat alle medewerkers van universiteiten, umc’s en onderzoeksinstituten de erkenning en waardering krijgen die ze verdienen.